De västgötaspets is een zeer oud, Zweeds hondenras, oorspronkelijk afkomstig uit Skåne en Västergötland. Het zijn sterke, kortbenige, actieve en leergierige
boerderij- en herdershondjes met een spitsachtig uiterlijk.
De västgötaspets stamt uit de vikingtijd. In het begin van de jaren veertig waren de Zweedse Vallhunden, zoals ze toen genoemd werden, echter bijna uitgestorven. Dankzij de Zweedse heren Zettersten en Von Rosen is het ras teruggefokt uit een klein aantal honden. In 1943 werd de rasstandaard goedgekeurd en is het ras ingeschreven bij de Zweedse Kennelclub.
In 1953 kreeg het ras vervolgens zijn huidige naam, västgötaspets.
De eerste västgötaspets kwam naar Nederland in 1977 of 1978.
Hieronder twee van de eerste geregistreerde västgötaspetsen, de teef Topsy en reu Mopsen.
De Zweedse vallhund is energiek en alert. Hij is sterk en onverschrokken, maar ook vriendelijk, charmant en vol humor.
Västgötaspetsen zijn intelligent en leren graag en snel. Oorspronkelijk zijn het boerderijhondjes en veedrijvers (zgn. heelers) en nog steeds zijn ze graag aan het werk. Dit maakt ze zeer geschikt voor allerlei hondensporten: van behendigheid en obedience tot speuren en schapendrijven.
Västgötaspetsen zijn het liefst bij hun baasje(s) in de buurt; tegenover vreemden kunnen ze wat terughoudend zijn. Tegenover andere honden zijn vrijwel alle västgötaspetsen zeer sociaal.
De västgötaspets is een klein, stevig gebouwd en laagbenig hondje met een schofthoogte van 31-33 cm. De hoogte verhoudt zich tot de lichaamslengte als 2:3. Het gewicht is 9-15 kg.
Een gedeelte van de pups wordt staartloos of met korte staart geboren. Vroeger werden de staarten gecoupeerd, maar sinds dit verboden is zijn er ook västgötaspetsen met een (half)lange staart.
De vacht is hard, dicht en kort en de kleur kan variëren van grijs tot rood(achtig) of bruin.
De västgötaspets is een gezond ras en de honden kunnen een hoge leeftijd bereiken.
Zie voor een uitgebreide beschrijving de rasstandaard.
Topsy, geboren in 1930. Foto: Björn von Rosen
Mopsen, geboren 1938. Foto: Björn von Rosen